Castratie van een poes

We spreken van castratie als de eierstokken helemaal verwijderd worden en van sterilisatie als de poes onvruchtbaar gemaakt wordt door alleen de eileiders te onderbinden. Bij de poes worden  de eierstokken verwijderd en gaat het dus om castratie.

Poesjes kunnen vanaf een half jaar krols worden. Komt de poes al buiten, dan zult u op deze leeftijd iets moeten ondernemen om te voorkomen dat zij gedekt wordt.

Wat zijn de mogelijkheden:

  • Niets doen: voor “binnenpoezen” zou dit een optie kunnen zijn. Ware het niet , dat dit voor de poes een zeer onnatuurlijke situatie is.  De krolsheid duurt  veel langer als zij niet gedekt wordt en meerdere krolsheden volgen elkaar op. Dit betekent veel onrust  en ongenoegen voor poes (en eigenaar). De katten vermageren. Op den duur worden de eierstokken vaak afwijkend (cysteus) en gaan een afwijkende hoeveelheid hormoon produceren.  Dit wil nog wel eens een baarmoederontsteking tot gevolg hebben. Bovendien kunnen krolse poezen, overigens minder vaak dan intacte katers dat doen, in huis gaan plassen om met hun geur een partner te lokken.
  • U kunt tijdelijk de pil geven, maar daar zijn nadelen aan verbonden. Bijwerkingen zijn: de kans op het ontwikkelen van suikerziekte, dik worden, grotere gevoeligheid voor het ontwikkelen van melkkliertumoren, baarmoederontsteking etc.
  • Castratie: jong castreren heeft het voordeel dat de ingreep voor de poes het minst belastend is. Zij hebben nog weinig vet, wat de ingreep vergemakkelijkt. De baarmoeder is op deze leeftijd zelden afwijkend en hoeft niet mee verwijderd te worden. De baarmoeder willen we ook graag intact laten , omdat deze nuttige hormonen produceert.

Wist u dat:

  • Iedere poes een  voor haar vast patroon heeft  van terugkerende krolsheid? Tussen katten onderling zijn er echter grote verschillen. De wilde kat heeft in het voor- en najaar een periode, waarin zij iedere 3 weken krols wordt. Siamezen  echter, kunnen het hele jaar door wel eens per 14 dagen krols worden. Alle variaties daartussen zijn mogelijk.
  • Melkkliertumoren, die bij katten in 90% van de gevallen kwaadaardig zijn, even vaak voorkomen bij  intacte poezen, als bij gecastreerde poezen. Bij honden is aangetoond dat de kans op het krijgen van melkkliertumoren (bij de hond , in 50% van de gevallen kwaadaardig) veel kleiner is, als het teef je jong gecastreerd wordt.


De castratie van poesje Bel:

Onderzoek voorafgaand aan de operatie:

Operatiepatiënten worden nuchter gebracht. Dat wil zeggen dat zij de avond voor de operatie vanaf 18.00 uur niet meer mogen eten. Vers drinken mag wel blijven staan!

Voorafgaand aan de operatie wordt Bel eerst uitvoerig onderzocht en wordt zij gewogen. Er wordt naar haar hart en haar longen geluisterd, want iedere narcose, hoe veilig ook, is een belasting voor de hart- en longfunctie. De buik wordt afgetast op abnormaliteiten, dracht, afwijkende baarmoeder etc. En… er wordt gecontroleerd of Bel inderdaad een poesje is en geen kater.

De narcose en pijnstilling:

Bel krijgt precies naar gewicht gedoseerd een injectienarcose toegediend. Dit is een erg veilige en mooie narcose. Na de operatie kan het narcosemiddel door een antidoot weer onwerkzaam gemaakt worden, waardoor de narcose niet langer duurt dan nodig is. Al voor de operatie wordt een pijnstiller toegediend. Een pijnstiller werkt beter als die gegeven wordt nog voordat de pijnprikkel optreedt!

Antibioticum is niet nodig want we werken steriel.

Om afkoeling tijdens de narcose zoveel mogelijk te beperken, ligt Bel tijdens de narcose op een verwarmingskussen. Toediening van extra zuurstof maakt de operatiezorg compleet.

Klik op een foto voor een vergroting
Foto 1: Er wordt onder de navel een klein sneetje van +/- 1 cm in de huid en in de buikwand gemaakt. Foto 2: Met een haakje wordt de eerste eierstok opgezocht en buiten de wond gebracht Foto 3: Het ophangbandje en bloedvat van de eierstok worden onderbonden en vervolgens doorgeknipt
Foto 4: Beide ophangbandjes van de eierstokken zijn nu onderbonden en doorgeknipt. De beide baarmoederhoornen met bloedvaten zijn afgebonden. De eierstokken kunnen nu verwijderd worden.

De baarmoederhoornen gaan terug de buikholte in. 

Foto 5: De buikwand wordt dichtgehecht.

Foto 6: Met 1 hechting wordt het sneetje in de huid  weer gesloten.

Foto 7: De wond wordt afgeschermd met een plastic spray en een verbandje. Foto 8: Bel een half uur na de operatie op een lekker verwarmd bedje. Nog een beetje “katterig“, maar al wel weer in de benen!

Nabehandeling:

  • Bel mag dezelfde dag al weer wat eten en vrij drinken
  • Zeker de 1e 24 uur nog warm houden
  • 10 dagen binnen blijven
  • Bij veel likken is het verstandig een kraagje om te doen
  • De dag na de operatie moet Bel weer aardig de oude zijn en zelf willen eten en drinken
  • De wond moet er fris uitzien en mag (behoudens een druppeltje) niet nabloeden

Na 10 dagen moet de hechting verwijderd worden (ook al is het een oplosbare hechting) en willen we de operatiewond graag  controleren.



Hoe kan ik Hennes tabletten ingeven?

Medicijnen worden voorgeschreven, maar hoe geef je ze in. Dat is niet altijd even makkelijk. Katten hebben goede wapens waar je maar beter respect voor kunt hebben. Met wat handigheidjes lukt het meestal wel. Sommige tabletten zijn smakelijk gemaakt en worden zo opgegeten.

Vaak is het mogelijk de tabletten met de achterkant van een lepeltje fijn te wrijven tot een poedertje en dit door wat blikvoer te mengen.
Soms zijn medicijnen als pasta of in oplossing beschikbaar.

Het allernieuwste wormmiddel kan zelfs , net als vlooienmiddelen, in de nek op de huid gedruppeld worden! Het middel wordt via de haarzakjes in de huid door het lichaam opgenomen. Er blijft toch een aantal medicijnen over dat rechtstreeks in de mond ingegeven moet worden.

Op de foto’s kunt u zien hoe we Hennes, een lilac tabby Britse korthaar, een tablet ingeven.

Foto 1.: Haar kopje wordt van bovenaf vastgepakt bij de jukbeenderen (het bot net onder het oog). Vervolgens wordt de hals gestrekt en de kop achterover gebogen. De onderkaak gaat dan vanzelf al een stukje open. Foto 2.: Met één vinger wordt de onderkaak verder naar beneden bewogen, waardoor de bek goed geopend wordt. De tablet wordt nu zo diep mogelijk achter in de bek gemikt.



Een traumapatiënt:
Max is aangereden!

Max zit er bij of er niet veel aan de hand is, maar niets is minder waar. Zijn rechter achterpoot wilde hij nauwelijks belasten door de pijn, die door een gescheurde kruisband veroorzaakt werd.

Zijn staart hing er maar slap bij. Tijdens het wegvluchten was er een wiel over zijn staart gereden. Halverwege de staart waren de staartwervels wel een cm uit elkaar getrokken en andere wervels waren verschoven. De staart was verlamd en de kans was aanwezig dat een deel van de staart niet levensvatbaar zou blijken. Als er heel hard aan een staart wordt getrokken, wordt er ook getrokken aan de zenuwen van het ruggenmerg, die naar de blaas en het rectum (het deel van de darm net voor de anus) gaan. Bij Max waren deze zenuwen duidelijk beschadigd, hoewel er wel enige activiteit was. Hij voelde wel dat hij naar de bak moest, maar verloor dan toch onderweg de ontlasting. De blaas was verlamd, maar de afvoergang van de blaas was wel actief. Het probleem van de knie en de staart is goed op te lossen, maar de vooruitzichten van een blaasverlamming zijn niet erg goed.

De eigenaren waren echter van mening dat zij Max niet voor niets uit een huis gehaald hadden waar hij slecht verzorgd werd en wilden hem graag een kans geven.

Er werd voor Max een behandelplan opgemaakt. Hij zou een aantal dagen in de kliniek opgenomen worden tot de eigenaren zelf de behandeling over konden nemen. Een paar maal per dag werd de blaas met een katheter (slangetje via de penis) geleegd, verder kreeg hij een sterke pijnstiller, antibioticum en medicijnen die de blaas doen samentrekken en andere medicijnen die de sluitspieren van de blaas juist ontspannen.

Max knapte snel op. Hij ging zijn zere poot weer aardig belasten, vond het eten erg lekker en rolde op zijn rug om geaaid te worden. Het katheteriseren en leegdrukken van de blaas bleef hij echter erg vervelend vinden, waardoor het voor de eigenaren thuis niet goed te doen was.

Er werd besloten via de buikwand een permanent slangetje in de blaas aan te brengen. Max kreeg een tuigje om en het uiteinde van het slangetje werd op zijn rug aan het tuigje vastgemaakt. Het is nu heel eenvoudig via het slangetje urine af te zuigen. Als hij staat te eten merkt hij het niet eens. Op deze manier kan de blaas klein gehouden worden en het herstel afgewacht.

Op dit moment is Max thuis. Een groot deel van de urine plast hij zelf uit (hoewel nog niet op de bak) en er wordt nog maar weinig urine afgezogen. Er zit vooruitgang in. De ontlasting verliest hij echter nog steeds. We zijn nu een week verder en in 6 weken kan er nog verbetering optreden. Er is goede hoop.

Halverwege navel en bekkenrand werd een klein sneetje in de huid en in de buikwand gemaakt. De blaaspunt werd vastgepakt en voorzichtig naar buiten getrokken. Vervolgens werd de blaaspunt vastgehecht aan de spieren van de buikwand en aan de huid. Een katheter van 2 mm werd door een gaatje in de blaaswand naar binnen geschoven. Het ballonnetje aan het einde van de katheter werd opgeblazen en moet er voor zorgen dat er geen urine langs de katheter uit de blaas kan lekken. Aan de buitenkant werd de katheter met een speciale afsluiting aan de huid bevestigd. Tuigje en buikverband zorgen ervoor dat alles netjes blijft zitten.

Max de dag na de operatie
De eigenaren tappen urine af bij Max



Gedrag

Aan de ene kant worden katten beschouwd als eenlingen, en als onafhankelijk. Zij komen en gaan wanneer ze daar zin in hebben. Zij hebben niet echt behoefte aan gezelschap zolang er maar genoeg te eten is en een lekker plekje om te slapen. Anderzijds kunnen zij ook erg aanhankelijk zijn en hun genegenheid tonen.

Veel gedragingen die ons niet goed uitkomen, zoals plassen in huis, is voor de kat een normaal gedrag.

Katten zijn van oudsher solitair (alleen) levende dieren. Alleen voor de paring is er contact en tijdens het opgroeien van de kittens. Jagen doet de kat alleen. Zijn jachtterrein moet daarom zo groot zijn dat er genoeg prooidieren zijn om te kunnen overleven en om gezond te blijven. Wilde katten ontwikkelden een systeem om hun eigen en anders territorium te herkennen. De kat communiceert met geursignalen, enerzijds als herkenningsteken voor hemzelf en anderzijds om een signaal af te geven aan katten die toevallig in de buurt komen. Hierdoor worden conflicten voorkomen. Omdat katten elkaar niet hoeven te zien om te communiceren hebben zij geen lichaamstaal ontwikkeld en is er onderling geen hiërarchie. In de loop van de eeuwen is de kat meer in de omgeving van mensen gaan leven. Voor de mens was dat plezierig omdat ze de muizen bij de voedselvoorraden wegvingen en de katten vonden er een goede voedselbron. Door de overmaat aan voedsel konden de territoria van de katten kleiner worden en leerden ze andere katten en de mens in hun nabije omgeven tolereren.

De gedomesticeerde katten hebben geleerd in groepen te leven waarbij, door kopjes geven en het met de flanken langs elkaar wrijven de geur van de groep wordt afgegeven. Een kat van buiten, die niet de geur van de groep heeft, wordt nog steeds beschouwd als de indringer van weleer en veroorzaakt, angst en agressie. Het kan nu voorkomen dat in een groep huiskatten de ene kat door de ander niet beschouwd wordt als behorend tot de groep. De meeste eigenaren hebben alles wat de kat nodig heeft als eten, drinken en de kattenbak op één plaats staan, meestal in de keuken. Als dit het territorium van de ene kat is, betekent dit voor de andere kat veel stress om naar de kattenbak te gaan of te eten. Bovendien gaat een kat niet in de rij staan om naar de kattenbak te gaan. Als de bak bezet is, zal hij een ander plekje zoeken om zijn behoefte te doen.

Om de harmonie in de groep te bewaren is het verstandig om kattenbakken, eten en drinken op meerdere plaatsen in het huis te zetten, zodat iedere kat er vrij toegang toe heeft.

Contact met andere katten levert voor veel katten nog altijd veel stress op. De meeste gedragsproblemen bij katten worden hierdoor veroorzaakt.

Bron: Rachel Casey:

  • From the cat's perspective: understanding the behaviour of our pets
  • The Feline Centre University of Bristol. Feline update no. 7

Wist u dat...

  • Het niet verstandig is meer katten in huis te hebben dan er kamers zijn?
  • Als u twee katten heeft, er ook twee kattenbakken moeten zijn?
  • Het territorium van tijd tot tijd kan verschillen? 's Morgens kan een bepaald pad het territorium van de ene kat zijn en 's avonds van de andere kat.
  • Er veel stille agressie voorkomt? De kat die “alleen maar” voor de keuken zit en ogenschijnlijk niets doet, maar de ander wel belet om te gaan drinken?
  • De dominantie in een kattenpopulatie heel grillig verloopt? Het komt voor dat kat A dominant is over kat B en kat B over kat C, maar dat kat C weer dominant is over kat A.


!!! EEN KAT IS GEEN KLEINE HOND !!!

Katten werden in het verleden (en soms nog), zeer ten onrechte, behandeld als kleine honden.Er zijn echter grote verschillen in leefwijze, in voeding, gedrag en in lichaamsfuncties. Onderzoek en behandeling vragen dan ook een eigen aanpak.

  • Katten zijn uitgesproken vleeseters, terwijl honden net als wij alleseters zijn. Katten hebben een kort darmkanaal en een andere leverfunctie dan honden. Een lichtverteerbaar dieet voor een kat bestaat uit vlees. Van rijst kunnen zij juist diarree krijgen.
  • Door het korte darmkanaal worden medicijnen soms minder goed opgenomen en moet de dosering verhoogd worden. Van medicijnen die door de lever uitgescheiden worden, moet de dosering soms juist sterk verlaagd worden omdat de leverfunctie van de kat minder goed is.
  • Tumoren die bij de hond zeer kwaadaardig zijn en snel uitzaaien, zijn bij katten soms veel minder kwaadaardig, en omgekeerd. Een kwaadaardige bottumor in de poot van een hond is bij ontdekking bijna altijd al uitgezaaid. Het is daarmee twijfelachtig of een behandeling zinvol is. De kat kan echter na amputatie van de aangetaste poot nog jaren leven.
  • Katten kunnen bij een aantal ziekten een verhoogde bloeddruk hebben, met gevaar voor bloedingen in het oog, en gevaar voor hart- en nierproblemen. Bij honden heeft men bij geen enkele ziekte een verhoogde bloeddruk aan kunnen tonen. Een bloeddrukmeting is daarom bij katten heel belangrijk, maar heeft bij honden meestal geen zin.
  • Katten zijn solitair levende dieren. Virusinfecties zijn bij katten daarom vaak chronische infecties. Een virus kan alleen overleven als die lang in het lichaam achterblijft. Als de kat na langere tijd contact heeft met een andere kat, kan het virus alsnog overgedragen worden. Honden leven in groepen, waardoor virussen zich snel door de groep kunnen verspreiden.
  • Bij pijn vertonen katten een ander gedrag dan honden. Waar honden steun kunnen zoeken en zachtjes janken, zullen katten stil wegkruipen onder het bed en soms agressief zijn, blazen of grommen.


European Society of Feline Medicine (ESFM) en Feline Advisory Bureau (FAB)

De ESFM is een Europese organisatie van dierenartsen, die zich sterk maakt voor onderzoek naar ziekten bij katten en de kennis daarover verspreidt middels de uitgifte van een tijdschrift en door het jaarlijks organiseren van een congres.

Op 23-25 september 2005 werd het 4e kattencongres georganiseerd. Gedurende deze 3 dagen werden lezingen gegeven over onder andere

-nieuwe ontwikkelingen in de behandeling van kanker bij katten
-wondbehandeling en huidtransplantaties
-behandelmogelijkheden van suikerziekte
-pijnbestrijding bij katten
-nieuws over een nieuwe kwaadaardige variant van niesziekte
-het belang van voeding bij zieke katten etc

De FAB is een Engelse organisatie die kateigenaren informeert en ondersteunt bij problemen met hun dieren. Zij geven regelmatig een tijdschrift uit, dat u bij ons in de wachtkamer kunt lezen.