Mond-
en klauwzeer
Angst om het verlies van haar dieren - geiten, schapen en paarden - greep
haar zo bij de keel, dat ze de meest onmogelijke dingen ging bedenken om
de dieren te behoeden voor een dreigende ruiming.
Het gevaar kwam dichtbij, nu in Friesland een geval van MKZ was geconstateerd.

Boggy |
De vrouw woonde net over de grens in Groningen, op een kleine boerderij.
Ja – ga maar – gaan jullie maar, lieve schatten, jullie hebben
de vrijheid …
De wereld is ook van jullie …
Het hek van de schapenwei wordt open gegooid.
De kudde Engelse schapen dringt om voorrang en meteen weerklinkt een zoet
geroffel van al die hoefjes op het landweggetje.
Daarna zwaait het hek open bij de angorageiten en de verbaasde krullenkoppen
met brede pupillen-ogen ontvangen dezelfde boodschap; zij mogen gaan waarheen
ze maar willen.
Zij krijgen de vrijheid, want de wereld is van hen.
Aansporen is niet eens nodig, het is immers veel te leuk.
Alle geiten lopen de wei uit en hollen weg, terwijl sommigen nog even stoppen
om hier en daar wat blaadjes af te rukken van de struiken, die net jong blad
hebben.

Zinzi |
Dan gaat er nog een hek los, dat van de wei van het paard met haar
veulen.
Ook zij horen haar stem: ‘ Ga maar – ga maar, poppies – jullie
hebben de vrijheid, dat is nou wat de bedoeling is, jullie zijn vrij – ga
maar …
De merrie is nog onwennig, ze kijkt om naar haar veulen, maar dat galoppeert
haar opeens voorbij en dan draaft de merrie weg achter haar veulen aan.
De vrouw keek ze na, ze was erg moe.
Vorig jaar werd een dood veulen geboren, dat mocht niet nog eens gebeuren.
Daarom bracht zij de laatste weken dag en nacht door in de stal bij haar
drachtige merrie. ‘s Nachts trok ze wel haar pyama aan, maar ook dat
maakte het niet gemakkelijker in slaap te komen.
Na de voorspoedige bevalling van het veulentje en teruggekeerd naar haar
man en haar gewone bed, kreeg zij een wonderlijke droom:
Haar pasgeboren kleinzoon blijkt Jezus te zijn, bezield met intense liefde
voor mens en dier. Dit kind verkondigt aan de mensheid dat nu de tijd rijp
is voor vrijheid voor alle dieren. Alle hekken en afrasteringen moeten verwijderd
worden.
Een mooie droom, maar de gevolgen ervan waren ernstig.
Niet alleen de dieren werden gevangen, maar ook de vrouw.
Haar nieuwe verblijf was ver weg, en had vier kale, vreemde muren.
|
Zomeravond
Laat in de zomeravond loop ik nog even met de honden op de Mollaan.
Het is al donker en ik hoor gesnuif dat niet afkomstig is van één
van mijn metgezellen. Het blijkt van een fors uitgevallen retriever te
zijn.
De ontmoeting met Treddy en Kyra valt in goede aarde.
Soms pakt dat wel eens anders uit, dan heb ik mijn handen vol aan de twee
blafbeesten, die mij haast van de sokken trekken.
De retriever hoort bij een lange man, die goedkeurend mompelt: ‘Braaf!
Brave hondjes! Braaf!’
We passeren elkaar en ik laat Treddy - onze oude deerhound - los lopen
anders wil ze niet plassen. Daar heb ik meteen spijt van want ze gaat haar
behoefte doen en wel midden op de ingang van de camping.
Ik breek een tak uit de struiken en zwiep de drollen de greppel in.
Net op tijd, want daar komt de man met de blonde reus alweer terug.
Blij roept hij uit:’ Zo ontmoet je nog eens mensen door de honden!’
Onder de slagschaduw van de lantaren blijft hij staan, ik kan zijn gezicht
niet zien. Het moment is aangebroken, dat in het warme duister van de zomeravond
verhalen verteld dienen te worden. Dat hoort zo op het laantje van Mol.
De man met het schaduwgezicht zegt, dat zijn vorige hond overleden is.
Midden in de vakantie.
De dierenarts kon hem niet meer redden en had gevraagd of de dode hond
achter zou blijven. Nou, absoluut niet, dat kan een gek nog wel begrijpen.
Moet je je voorstellen, als wij die hond meehadden in de vakantie, sliep
ik in de auto met de hond en mijn vrouw in een hotel. Ja, daar mochten
geen honden naar binnen. Maar goed, de hond werd gecremeerd. De ontvangst
in het dierencrematorium was zo allervriendelijkst, toen we nog afscheid
kwamen nemen van de hond. Hij lag heel mooi verzorgd in een mand… en
nu hebben we zijn as in zo’n prachtig urntje.
Zijn handen rezen omhoog onder het licht van de lantaren en ik keek mee
naar het urntje, hoe klein het eigenlijk was voor zo’n grote hond.
En ik begreep hoe mooi het op de schoorsteen stond in Roelofarendsveen,
naast de foto.
En nu hadden de kinderen hem een nieuwe hond gegeven, want dan leef je
langer dachten zij.
‘ Waarom moet dat dan?’ had hij gevraagd.
‘ Nou, voor je kleinkinderen!’
‘ Ach en ze zeggen, het is ook goed voor de stress…dus ach ja..’
Brave hondjes, braaf! Ja, dat zijn ze zeker.
De braveriken wachten maar tot die ene baas klaar is met zijn verhaal.
Kyra met spitsoren, Treddy lijdzaam en de retriever doet, wat bij hem hoort –
Kwispel – kwispel – kwispel…
|
Bij
de bibliotheek in Bergen
Wit wachtend
hondje
Aan
paaltje gebonden
Pakt
zachtjes mijn
Hand
tussen zijn
Hagelwitte
tandjes
Ik had
hem eerst
Gevraagd
of ik dag
Mocht
zeggen
Het
mocht
Wit hondje
gaf
Plezier
mee voor
Minstens
drie dagen
|
Scheldpartij
Kyra, onze
Hollandse herder, heeft een bloedhekel aan reigers. Het
levert haar veel stress op wanneer we haar niet loslaten
als zij een reiger in het land ziet staan. Ze wil het
liefst dwars door sloot of vaart spurten om de reiger
op te jagen om vervolgens nog een tijdlang blijk te geven
van haar ongenoegen.
Sinds kort
is er een reiger die heel kwaad is op Kyra. Deze reiger
had uit een sloot een paling gevist. Triomfantelijk steeg
hij op met de dikke spartelende paling in zijn snavel
geklemd.
Ik kwam net
aanlopen met Kyra. Haar razend geblaf verstoorde de ochtendrust
op het laantje. De reiger liet zich niet onbetuigd, hij
krijste terug en dit nu was niet zo verstandig van hem,
want hij verloor hierbij de paling...
De zielsgelukkige
paling viel terug in de sloot, maar de scheldpartij tussen
de reiger en Kyra kende z’n weerga niet.
|
Waterijsje
Het
is nog vroeg in de ochtend, wanneer ik onze honden uitlaat.
Niet ver hiervandaan op de Mollaan kom ik een man tegen,
die mij attent maakt op een egeltje dat een eindje verder
in de berm zou vertoeven.
Ja, ik zie
de kleine egel, die zich niet oprolt terwijl wij passeren.
Een paar kleine schitteroogjes kijken me aan en ik waarschuw
het egeltje dat hij voorzichtig moet zijn.
Na de wandeling
met de honden kom ik terug op dezelfde plek, maar egel
is weg.
We zijn
bijna thuis, maar in de bocht naar ons laantje zie ik tot
mijn verbazing het egeltje weer.
Hij
zit lekker en zelfs hoorbaar te smikkelen aan een waterijsje
dat vermoedelijk net door een schoolkind is weggegooid.
Het
diertje kijkt me vriendelijk aan en zet dan zijn smulpartijtje
voort.
Ik zeg:’ Je
bent erg lollig, maar wel veel te vrij - raar ding - hoe
komt dat nou? Je moet voorzichtig zijn, hoor! ‘
Op hoge
pootjes draait hij zich nog eens om het ijsje heen en luid
smakkend laat hij merken wat een buitenkansje hem overkwam!
Ik voel
me uitermate vrolijk door deze ontmoeting en neem met moeite
afscheid van de
egel.
Op de laan
kom ik een stel mensen tegen, die ik dit tafereel niet
wil onthouden en ik zeg: ’Daar in de bocht bij de Mollaan
zit een egeltje een waterijsje te eten, gaat U maar even
kijken!’ De
mensen kijken mij meewarig aan en groeten me enigszins
afstandelijk.
Pas enkele
ogenblikken later besef ik hoe merkwaardig deze mededeling
moet klinken, die ik hen gaf. De bedoeling om mijn verworven
vrolijkheid door het egeltje ook met anderen te delen leek
mislukt…
Ik loop het
hek binnen, draai me om en kijk nog even de mensen na. Ze
bereiken juist de bocht en zien ongetwijfeld het snoep-egeltje
want zij staan heel lang voorovergebogen te kijken en
turen daarna de lege weg af…
Zij zien
mij niet, maar ik hen wel.
Ik voel me
toch blij dat ik niet de enige ben die zoiets bijzonders
beleeft op deze mooie ochtendwandeling.
|
Pieter
de Zwaan
Zachtjes
tikte Pieter de Zwaan met zijn gehavende snavel tegen
de ramen van de Langweerder huisjes waar hij zich welkom
wist.
Daar haastte
men zich naar buiten om hem van brood te voorzien en hem
na te kijken als hij met grote zwanenpassen en met donzen
zwaaikont naar andere huisjes ging om ook daar de bewoners
te attenderen op zijn aanwezigheid.
Pieter was
een prachtige zwaan die op een goede dag bij boer Hepkema
was beland. Daar liep hij in de winter de stal rond bij
de koeien. Dat mocht van de boer en de koeien hadden
er ook geen bezwaar tegen.
Maar
op een nacht ging één van de koeien op Pieter’s snavel
staan. Er brak een stukje van zijn snavel af en het overige
deel was voorgoed gekreukeld.
Het was
erg zielig, maar Pieter liet zich hierdoor niet ontmoedigen.
In de koudste
periode van de winter was hij altijd in de stal te vinden,
maar in het voorjaar verscheen hij weer boven de Langweerder
Wielen om sierlijk neer te strijken op het water.
Dan was
het nog niet zeker waar hij de wal op zou gaan klauteren
en bij wie hij op de ramen ging tikken om brood op de tegels
te krijgen.
Pieter stond
ons toe om zijn lange hals te omvatten en te strelen.
Een bijzondere ervaring, het leek alsof hij iets kon
overbrengen van zijn vreugde van vliegen en het vredig
drijven op het meer. En van het contact met de mensen
en ja toch ook met de koeien.
Een nieuw
voorjaar wij keken al uit naar Pieter! Daar kwam hij
aan, scheerde over het water, maar... kwam deze keer
niet naar de huisjes.
Pieter was
verliefd...
Pieter’s vriendin,
een mooie kleine zwaan, zwom statig en trots naast haar
uitverkorene met de kreukelsnavel.
Hun geluk
met elkaar en met de vier grijze nakomelingen konden we alleen
vanuit de verte aanschouwen, want die zomer kwam Pieter niet
bij ons aan wal.
En in het
volgend voorjaar ook niet.
Pieter was
door een jager doodgeschoten...
|