Column door Anna Backer



Mond- en klauwzeer

Angst om het verlies van haar dieren - geiten, schapen en paarden - greep haar zo bij de keel, dat ze de meest onmogelijke dingen ging bedenken om de dieren te behoeden voor een dreigende ruiming.
Het gevaar kwam dichtbij, nu in Friesland een geval van MKZ was geconstateerd.


Boggy
De vrouw woonde net over de grens in Groningen, op een kleine boerderij.
 
Ja – ga maar – gaan jullie maar, lieve schatten, jullie hebben de vrijheid …
De wereld is ook van jullie …
Het hek van de schapenwei wordt open gegooid.
De kudde Engelse schapen dringt om voorrang en meteen weerklinkt een zoet geroffel van al die hoefjes op het landweggetje.

Daarna zwaait het hek open bij de angorageiten en de verbaasde krullenkoppen met brede pupillen-ogen ontvangen dezelfde boodschap; zij mogen gaan waarheen ze maar willen.
Zij krijgen de vrijheid, want de wereld is van hen.
Aansporen is niet eens nodig, het is immers veel te leuk.
Alle geiten lopen de wei uit en hollen weg, terwijl sommigen nog even stoppen om hier en daar wat blaadjes af te rukken van de struiken, die net jong blad hebben.  


Zinzi
Dan gaat er nog een hek los, dat van de wei van het paard met haar veulen.
Ook zij horen haar stem: ‘ Ga maar – ga maar, poppies – jullie hebben de vrijheid, dat is nou wat de bedoeling is, jullie zijn vrij – ga maar …

De merrie is nog onwennig, ze kijkt om naar haar veulen, maar dat galoppeert haar opeens voorbij en dan draaft de merrie weg achter haar veulen aan.

De vrouw keek ze na, ze was erg moe.

Vorig jaar werd een dood veulen geboren, dat mocht niet nog eens gebeuren.
Daarom bracht zij de laatste weken dag en nacht door in de stal bij haar drachtige merrie. ‘s Nachts trok ze wel haar pyama aan, maar ook dat maakte het niet gemakkelijker in slaap te komen.

Na de voorspoedige bevalling van het veulentje en teruggekeerd naar haar man en haar gewone bed, kreeg zij een wonderlijke droom:

Haar pasgeboren kleinzoon blijkt Jezus te zijn, bezield met intense liefde voor mens en dier. Dit kind verkondigt aan de mensheid dat nu de tijd rijp is voor vrijheid voor alle dieren. Alle hekken en afrasteringen moeten verwijderd worden.

Een mooie droom, maar de gevolgen ervan waren ernstig.
Niet alleen de dieren werden gevangen, maar ook de vrouw.
Haar nieuwe verblijf was ver weg, en had vier kale, vreemde muren.


Zomeravond

Laat in de zomeravond loop ik nog even met de honden op de Mollaan.
Het is al donker en ik hoor gesnuif dat niet afkomstig is van één van mijn metgezellen. Het blijkt van een fors uitgevallen retriever te zijn.
De ontmoeting met Treddy en Kyra valt in goede aarde.
Soms pakt dat wel eens anders uit, dan heb ik mijn handen vol aan de twee blafbeesten, die mij haast van de sokken trekken.
De retriever hoort bij een lange man, die goedkeurend mompelt: ‘Braaf! Brave hondjes! Braaf!’
We passeren elkaar en ik laat Treddy - onze oude deerhound - los lopen anders wil ze niet plassen. Daar heb ik meteen spijt van want ze gaat haar behoefte doen en wel midden op de ingang van de camping.
Ik breek een tak uit de struiken en zwiep de drollen de greppel in.
Net op tijd, want daar komt de man met de blonde reus alweer terug.

Blij roept hij uit:’ Zo ontmoet je nog eens mensen door de honden!’ 
Onder de slagschaduw van de lantaren blijft hij staan, ik kan zijn gezicht niet zien. Het moment is aangebroken, dat in het warme duister van de zomeravond verhalen verteld dienen te worden. Dat hoort zo op het laantje van Mol.
De man met het schaduwgezicht zegt, dat zijn vorige hond overleden is.
Midden in de vakantie.
De dierenarts kon hem niet meer redden en had gevraagd of de dode hond achter zou blijven. Nou, absoluut niet, dat kan een gek nog wel begrijpen.
Moet je je voorstellen, als wij die hond meehadden in de vakantie, sliep ik in de auto met de hond en mijn vrouw in een hotel. Ja, daar mochten geen honden naar binnen. Maar goed, de hond werd gecremeerd. De ontvangst in het dierencrematorium was zo allervriendelijkst, toen we nog afscheid kwamen nemen van de hond. Hij lag heel mooi verzorgd in een mand… en nu hebben we zijn as in zo’n prachtig urntje.

Zijn handen rezen omhoog onder het licht van de lantaren en ik keek mee naar het urntje, hoe klein het eigenlijk was voor zo’n grote hond. En ik begreep hoe mooi het op de schoorsteen stond in Roelofarendsveen, naast de foto.
En nu hadden de kinderen hem een nieuwe hond gegeven, want dan leef je langer dachten zij.
‘ Waarom moet dat dan?’ had hij gevraagd.
‘ Nou, voor je kleinkinderen!’
‘ Ach en ze zeggen, het is ook goed voor de stress…dus ach ja..’

Brave hondjes, braaf! Ja, dat zijn ze zeker.
De braveriken wachten maar tot die ene baas klaar is met zijn verhaal.
Kyra met spitsoren, Treddy lijdzaam en de retriever doet, wat bij hem hoort –
Kwispel – kwispel – kwispel…


Bij de bibliotheek in Bergen

Wit wachtend hondje
Aan paaltje gebonden
Pakt zachtjes mijn
Hand tussen zijn
Hagelwitte tandjes

Ik had hem eerst
Gevraagd of ik dag
Mocht zeggen
Het mocht

Wit hondje gaf
Plezier mee voor
Minstens drie dagen


Scheldpartij

Kyra, onze Hollandse herder, heeft een bloedhekel aan reigers. Het levert haar veel stress op wanneer we haar niet loslaten als zij een reiger in het land ziet staan. Ze wil het liefst dwars door sloot of vaart spurten om de reiger op te jagen om vervolgens nog een tijdlang blijk te geven van haar ongenoegen.

Sinds kort is er een reiger die heel kwaad is op Kyra. Deze reiger had uit een sloot een paling gevist. Triomfantelijk steeg hij op met de dikke spartelende paling in zijn snavel geklemd.

Ik kwam net aanlopen met Kyra. Haar razend geblaf verstoorde de ochtendrust op het laantje. De reiger liet zich niet onbetuigd, hij krijste terug en dit nu was niet zo verstandig van hem, want hij verloor hierbij de paling...

De zielsgelukkige paling viel terug in de sloot, maar de scheldpartij tussen de reiger en Kyra kende z’n weerga niet.


Waterijsje

Het is nog vroeg in de ochtend, wanneer ik onze honden uitlaat. Niet ver hiervandaan op de Mollaan kom ik een man tegen, die mij attent maakt op een egeltje dat een eindje verder in de berm zou vertoeven.

Ja, ik zie de kleine egel, die zich niet oprolt terwijl wij passeren. Een paar kleine schitteroogjes kijken me aan en ik waarschuw het egeltje dat hij voorzichtig moet zijn.

Na de wandeling met de honden kom ik terug op dezelfde plek, maar egel is weg.
We zijn bijna thuis, maar in de bocht naar ons laantje zie ik tot mijn verbazing het egeltje weer.
Hij zit lekker en zelfs hoorbaar te smikkelen aan een waterijsje dat vermoedelijk net door een schoolkind is weggegooid.
Het diertje kijkt me vriendelijk aan en zet dan zijn smulpartijtje voort.
Ik zeg:’ Je bent erg lollig, maar wel veel te vrij - raar ding - hoe komt dat nou? Je moet voorzichtig zijn, hoor! ‘
Op hoge pootjes draait hij zich nog eens om het ijsje heen en luid smakkend laat hij merken wat een buitenkansje hem overkwam!
Ik voel me uitermate vrolijk door deze ontmoeting en neem met moeite afscheid van de egel.

Op de laan kom ik een stel mensen tegen, die ik dit tafereel niet wil onthouden en ik zeg: ’Daar in de bocht bij de Mollaan zit een egeltje een waterijsje te eten, gaat U maar even kijken!’ De mensen kijken mij meewarig aan en groeten me enigszins afstandelijk.
Pas enkele ogenblikken later besef ik hoe merkwaardig deze mededeling moet klinken, die ik hen gaf. De bedoeling om mijn verworven vrolijkheid door het egeltje ook met anderen te delen leek mislukt…

Ik loop het hek binnen, draai me om en kijk nog even de mensen na. Ze bereiken juist de bocht en zien ongetwijfeld het snoep-egeltje want zij staan heel lang voorovergebogen te kijken en turen daarna de lege weg af…
Zij zien mij niet, maar ik hen wel.

Ik voel me toch blij dat ik niet de enige ben die zoiets bijzonders beleeft op deze mooie ochtendwandeling.


Pieter de Zwaan

Zachtjes tikte Pieter de Zwaan met zijn gehavende snavel tegen de ramen van de Langweerder huisjes waar hij zich welkom wist.
Daar haastte men zich naar buiten om hem van brood te voorzien en hem na te kijken als hij met grote zwanenpassen en met donzen zwaaikont naar andere huisjes ging om ook daar de bewoners te attenderen op zijn aanwezigheid.

Pieter was een prachtige zwaan die op een goede dag bij boer Hepkema was beland. Daar liep hij in de winter de stal rond bij de koeien. Dat mocht van de boer en de koeien hadden er ook geen bezwaar tegen.
Maar op een nacht ging één van de koeien op Pieter’s snavel staan. Er brak een stukje van zijn snavel af en het overige deel was voorgoed gekreukeld.
Het was erg zielig, maar Pieter liet zich hierdoor niet ontmoedigen.

In de koudste periode van de winter was hij altijd in de stal te vinden, maar in het voorjaar verscheen hij weer boven de Langweerder Wielen om sierlijk neer te strijken op het water.
Dan was het nog niet zeker waar hij de wal op zou gaan klauteren en bij wie hij op de ramen ging tikken om brood op de tegels te krijgen.

Pieter stond ons toe om zijn lange hals te omvatten en te strelen. Een bijzondere ervaring, het leek alsof hij iets kon overbrengen van zijn vreugde van vliegen en het vredig drijven op het meer. En van het contact met de mensen en ja ­ toch ook met de koeien.

Een nieuw voorjaar ­ wij keken al uit naar Pieter! Daar kwam hij aan, scheerde over het water, maar... kwam deze keer niet naar de huisjes.

Pieter was verliefd...

Pieter’s vriendin, een mooie kleine zwaan, zwom statig en trots naast haar uitverkorene met de kreukelsnavel.
Hun geluk met elkaar en met de vier grijze nakomelingen konden we alleen vanuit de verte aanschouwen, want die zomer kwam Pieter niet bij ons aan wal.

En in het volgend voorjaar ook niet.

Pieter was door een jager doodgeschoten...